All posts in "Dieren"

Vis in Turkije

De visser en het visje

Er was eens een arme man die de grootste moeite had zijn gezin van eten te voorzien. Op een dag leent hij het bootje en de hengel van zijn buurman, maar het lukt hem niet ook maar één vis te vangen. Pas als hij zijn boeltje wil pakken, heeft hij eindelijk beet. Helaas is het een erg klein visje dat hij aan de haak heeft geslagen. Het visje kijkt de arme man smekend aan en zegt: ‘Ik ben inderdaad erg klein, laat me maar weer vrij, dan ga ik mijn moeder halen, zij weegt wel vijf pond!’ De man lacht en haalt het haakje uit de bek van de kleine vis, maar in plaats van teruggegooid te worden, belandt het visje in een emmer. ‘Toe’, smeekt hij, ‘laat me alsjeblieft weer vrij, ik beloof je dat ik volgend jaar terugkom, als ik groot geworden ben’. De man neemt het visje in zijn grote handen en geeft hem met een glimlach heel voorzichtig een kusje op zijn neus.
Diezelfde avond... spettert het visje in de pan.

Vrij naar een fabel van La Fontaine

Vis als voedselbron

Vis is een belangrijke voedselbron voor de mens. De gemiddelde Europeaan consumeert per jaar ongeveer 25 kilo vis. Dit is ‘bruto’ vis, dus inclusief kop, graten en vinnen. In Nederland ligt de consumptie echter een stuk lager, daar wordt gemiddeld amper 12 kilo vis per persoon per jaar geconsumeerd. De Belgen eten juist iets meer vis dan de gemiddelde Europeaan. Een kwart van de vis die in Nederland en België geconsumeerd wordt, komt uit Turkije.

Visserij in Turkije

De Middellandse Zee en de Egeïsche Zee zijn van oorsprong visrijke wateren, maar net als in de andere mediterrane landen is er ook in Turkije met dynamiet gevist. Dat had veel rampzalige gevolgen, niet alleen een sterke achteruitgang in de visstand met alle gevolgen van dien, maar ook afbraak van koraal. Om aan de vraag naar vis te kunnen voldoen, werd er in 1970 begonnen met de zoetwaterteelt van forel en in 1985 met de zoutwaterteelt van zeebrasem – ook dorade genoemd – en zeebaars. De zoutwaterteelt vindt vooral plaats in de provincies Muğla, Izmir en Bodrum. Inmiddels is Turkije de grootste producent zeebrasem en zeebaars ter wereld en ligt het aandeel zoet- en zoutwaterteelt al op ongeveer de helft van de totale visproductie in Turkije. Het verschil in smaak tussen de gekweekte en wilde soorten van de zeebrasem en zeebaars is niet of nauwelijks te proeven.

Zeebaarsteelt

Soorten vis in Turkije

Turkije kent ruim 450 soorten vis. Sommige soorten komen alleen in de Zwarte Zee voor, andere alleen in de Middellandse of Egeïsche Zee en weer andere vind je in de meren en rivieren. Sommige soorten komen zowel in zoet als in zout water voor. Het visseizoen loopt niet overal gelijk en is ook niet voor elke soort hetzelfde.

Vissoorten in de Middellandse en Egeïsche Zee

De Middellandse Zee en Egeïsche Zee hebben vrij veel verticale stromingen waardoor er ook zuurstof in de diepere delen terechtkomt. Dit is een van de redenen waarom ze rijk aan vis zijn. Er leven zo’n honderd soorten in deze zeeën, sommige vissoorten komen ook in de Zwarte Zee voor. We noemen er enkele:

Zeebrasem – çipura, çupra of mendik
De goudbrasem komt voor in zout, zoet en brak water. Het is een van de meest gekweekte en gegeten vissen in Turkije. Er wordt ook door sportvissers veel op gevist. Kan goed gebakken of gegrild worden, ook lekker in salades.

Zeebaars – levrek
De zeebaars is de tweede vissoort die veel wordt gekweekt – en gegeten – in Turkije. Hij komt ook in het wild veel voor en is een geliefde vis voor sportzeevissers. Het is een van de weinige vissen die in de zomer gevangen mogen worden. Komt ook in de Zwarte Zee voor.

Tandbrasem – sinarit
Een van de brasemsoorten die veel wordt gegeten en die vooral bevist wordt door de beroepsvisserij, bij de sportvissers is hij minder geliefd.

Bruine tandbaars – orfoz
Verwar hem niet met de tandbrasem die hierboven staat. De bruine tandbaars kan wel 50 jaar oud worden en dan tot 60 kilo wegen. De vis begint het leven tweeslachtig, wordt rond het derde jaar vrouw, en als zij een jaar of tien is en tien tot twaalf kilo weegt, wordt het een mannetjesvis. Het is een soort die niet erg schuw is voor mensen en daarom een makkelijke prooi vormt, ook voor sportvissers.


Zeebarbeel of harder – barbunya balığı
Een veel voorkomende en vaak gevangen vis. Niet al te duur, maar wel erg smakelijk, vooral in de vroege herfst. Komt ook in de Zwarte Zee voor.


Zwaardvis – kılıç balığı
Grote, vette vis, met stevig vlees. Zwaardvis wordt vaak geserveerd als steak. Omdat het een roofvis is en dus andere vissoorten eet, heeft de zwaardvis een betrekkelijk hoog methylkwikniveau. Zwangere vrouwen en jonge kinderen wordt daarom afgeraden deze vis te eten.

(Blauwvin)tonijn – orkinos of ton balığı
Net als de zwaardvis is de tonijn een grote vissoort die leeft van andere vissen en daarom een relatief hoog methylkwikniveau heeft. Tonijn heeft stevig vlees en wordt veel in salades, vissoep en stoofpotjes verwerkt en wordt ook als steak geserveerd. Hij wordt tegenwoordig als bedreigde vissoort gezien en er gelden strikte regels voor de vangst.

Poon – kırlangıç balığı
Een vissoort met stevig vlees en daarom heel geschikt voor vissoep en stoofpotjes. Bovendien kan hij goed in salades verwerkt worden en kun je er makkelijk stukjes van aan een spies rijgen. Lekker op de barbecue of grill. De poon wordt ook wel knorhaan genoemd omdat hij knorrende geluiden kan maken.


Geep – zargana of sargan
Een lange, smalle vis met een spits toelopende bek met scherpe tanden. Het is een soort die in Turkije vrij veel gevangen wordt, maar in België en Nederland niet zo heel erg in trek is. Het is wel een geliefde vis bij de hengelsporters omdat het een vis is die redelijk aan de oppervlakte op kleine visjes jaagt. Opvallend zijn de groenblauwe graten. De geep komt ook voor in de Zwarte Zee.


Bruine konijnvis – sokar balığı
Turkije kent 26 giftige vissoorten, waarvan de bruine konijnvis er een is. Het venijn zit hem niet in de staart, maar in de rug- en zijvinnen. Het gif is niet dodelijk voor de mens, maar je zult hem op de markt en andere plekken waar hij verkocht wordt, altijd zonder de vinnen aantreffen. Laat je niet afschrikken, het is een erg lekker visje!

Vissoorten in de Zwarte Zee

De Zwarte Zee is een bijzondere zee. Enerzijds gevoed door enkele grote rivieren die zoet water brengen, anderzijds gevoed door de zoute Bosporus. Ooit was de zee erg visrijk, maar door vervuiling is de visstand in de Zwarte Zee sterk achteruitgegaan. Daarnaast kwam er per ongeluk een akelig Amerikaans kwalletje in de zee terecht dat zich tegoed deed aan de eitjes van de ansjovis. Bij gebrek aan natuurlijke vijanden gedijde het doorzichtige diertje goed en de ansjovisstand nam dramatisch af, wat weer gevolgen had voor de grotere vissen als de dolfijn en de steur die van de ansjovis leefden. Een aantal belangrijk vissoorten die in de Zwarte Zee voorkomen, zijn:

Ansjovis – hamsi
Wellicht de bekendste vis uit de Zwarte Zee. Het kleine visje behoort tot de vette vissoorten en wordt op diverse manieren klaargemaakt. Graatjes, kop en staartjes eet je er gewoon bij op.

Horsmakreel – istravrit
Algemeen voorkomende vis, ook in de Noordzee. In Turkije vind je hem in alle drie de zeeën. In de herfst is hij op zijn lekkerst, de horsmakreel is ook goed rauw te verwerken als sushi.

Spaanse makreel – kolyoz
Te vergelijken met de horsmakreel, komt ook veel voor in de Zee van Marmara. Gezouten en gedroogd een heerlijke vis.

Wijting – mezgit
De wijting komt vooral in de regio Trabzon en Rize voor. Er mag maar korte tijd op gevist worden; van juli tot en met september. 


Bonito – palamut
Veel voorkomende vis, komt ook voor in de Egeïsche Zee. Het visseizoen is lang, alleen tijdens de maanden mei en juni mogen ze niet gevangen worden.


Tarbot – kalkan
Platvis die ook wel in de Middellandse en Egeïsche Zee voorkomt. Hij geldt als een ware delicatesse. Ook voor sportvissers is het een interessante vis.

Vissoorten in meren en rivieren

De meeste zoetwatervissen leven verspreid over heel Turkije. Afhankelijk van waar ze leven, geldt een eigen visseizoen. Over het algemeen kun je stellen dat hoe warmer de streek, hoe eerder het paaien plaatsvindt en het visverbod ingaat. Hieronder enkele belangrijke soorten:

Karper – Aynalı Sazan
De karper is een lekkere vis, die onder andere wordt gebakken, maar ook in dolma’s wordt verwerkt en geschikt is om te stomen. In Nederland en België wordt er wel veel op gevist, maar weinig gegeten.


Barbeel – bıyıklı balık
Karperachtige die in de middenloop – tussen de bron van de rivier en de monding in zee – van snelstromende rivieren leeft. De barbeel is een mooie vis voor de sportvisser, maar wordt zelden gegeten.

Forel – Alabalık
De forel wordt veel in Turkije gekweekt vanwege zijn hoge consumptiewaarde. Hij komt echter ook rijkelijk veel voor in (koele) meren en rivieren. Je hebt onder andere de beekforel, de zalmforel en de meerforel.


Bot – dere pisisi
Lekkere en betrekkelijk dure platvis. Hij komt voor in zoet en brak water in diepe riviermondingen.


Zeelt – kadife balığı
De zeelt is een waterzuiveraar, hij wordt wel gehouden in vijvers met siervissen. De zeelt is eetbaar, hij heeft echter wel een lichte grondsmaak. Hij heeft een vrij dikke huid, maar ook die kan gegeten worden. Het vlees is tamelijk zacht.


Snoekbaars – sudak
Lekkere en betrekkelijk dure vis die zowel beroepsmatig als door sportvissers wordt gevangen. Komt voor in de meren van Isparta en Konya.


Baars – tatlısu levreği
Net als de snoekbaars komt deze vis voor in de meren van Konya en Isparta. Smakelijke vis die tot de duurdere soorten behoort.


Meerval – yayın
Snelgroeiende vis die tot wel ruim twee meter lang kan worden. Tot ongeveer 130 cm is de meerval vrij slank, daarna wordt hij ineens flink wat dikker. De vis is prima van smaak en heeft maar weinig graten.


Paling – yılan balığı
Voor veel mensen een echte delicatesse. De paling is een zogenoemde katadrome vis die opgroeit in zoet water en zich in zout water – zeer waarschijnlijk de Sargassozee – voortplant. De voortplanting vindt op grote diepte plaats en is nog nooit door een mens waargenomen.

Lekkere sausjes!

Een sausje dat heerlijk is bij gebakken vis:

  • Een handvol walnoten
  • Enkele teentjes knoflook
  • check
    Een half glas water
  • check
    Het sap van een halve citroen
  • Mespuntje zout

Stamp de walnoten met een vijzel fijn zodat de olie vrijkomt. Voeg de teentjes knoflook toe en stamp ook deze fijn. Doe in een klein pannetje het water, de citroen, het zout en het mengsel van walnoten en knoflook en breng langzaam en al roerend aan de kook. Laat in tien tot vijftien minuten indikken. Giet nadat de vis gebakken is, een eetlepel van het bakvet over de saus.

Een sausje dat heerlijk is bij gegrilde vis:

  • Enkele tenen knoflook
  • Een glas water
  • check
    Het sap van een citroen
  • Een half glas olijfolie
  • check
    Zeer fijn gehakte peterselie 

Stamp de teentjes knoflook met een vijzel fijn of rasp ze. Voeg het water, het citroensap en de olijfolie toe. Snijd of hak een bosje peterselie heel fijn en voeg toe aan de saus.  


Afiyet olsun

Garra rufa, de doktersvis

In de provincie Sivas bij het plaatsje Kangal vind je de minerale warmwaterbronnen van Kangal. In deze bronnen – die temperaturen hebben van 36 à 37 graden – leven twee soorten vissen: de cyprinion macrostomus en de garra rufa. Deze laatste worden ook wel doktersvissen genoemd omdat zij een heilzame werking hebben op huidproblemen.

Het bronwater van Kangal is rijk aan mineralen als magnesium, calcium, selenium en ijzer. Rond deze warmwaterbronnen bevinden zich diverse kuuroorden. De heilzame werking voor mensen met o.a. psoriasis ligt volgens de artsen in een combinatie van de visjes die huidschilfers afknabbelen en het seleniumrijke water dat herstel van de huid stimuleert. Tevens zouden er bij het geknabbel bepaalde enzymen vrijkomen die de vernieuwing van de huid bevorderen.

Vanwege de goede resultaten die in de kuuroorden verkregen zijn, werden de garra rufavisjes ingezet in zogenoemde Fish Spa’s in onder andere Europa en de rest van Turkije. Het water is echter niet hetzelfde als het oorspronkelijke bronwater en de andere visjes – de cyprinion macrostomus – worden niet ingezet. Bovendien duurt de behandeling in de kuuroorden drie weken en het hele lichaam wordt dagelijks gedurende twee maal vier uur aan het water en de visjes blootgesteld. De Fish Spa’s zijn dan ook niet echt een geschikt alternatief voor behandeling voor mensen met een huidaandoening. Wel is de masserende werking aangenaam en je krijgt er zachte voeten van.

Er wordt overigens gewaarschuwd voor de mogelijke overdracht van ziekten in de minder hygiënische Fish Spa’s. Volgens het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu is het infectiegevaar voor gezonde mensen gering, maar niet uit te sluiten. Voor mensen met wondjes of verminderde weerstand zouden de risico’s iets groter zijn.

In de kuuroorden van Sivas heb je hier geen last van omdat het water uit natuurlijke bronnen borrelt en daarom voortdurend ververst wordt.

In Antalya bevindt zich het grootste tunnelaquarium ter wereld. De tunnel is maar liefst 131 meter lang en je loopt op deze manier zo de zee in. Daarnaast zijn er 40 thematische aquaria. Alsof dit nog niet genoeg is, vind je er ook een Sneeuw en IJs Museum, een tropisch reptielenhuis en een bioscoop waar je door multidimensionale films de wondere onderwaterwereld van de zee kunt beleven.

Big Fish toernooi Alaçatı

In de haven van Alaçatı – in het uiterste westen van de provincie Izmir – wordt sinds 2006 elk jaar een spectaculair vistoernooi gehouden. Meer dan dertig teams proberen elk de grootste vis te vangen én laten deze vervolgens weer vrij. Daarnaast zijn er nog andere activiteiten als workshops en concerten. Dit jaar wordt het Big Fish toernooi gehouden van 13 tot 16 september. De beide competitiedagen zijn op 15 en 16 september, op de twee eerste dagen vinden de voorbereidende activiteiten voor de teams plaats.

Jonge jongens worden opgeleid om netten te breien, het betrof een tweejarige opleiding waarin diverse technieken geleerd werden. Trabzon, 1941. Met dank aan Özhan Öztürk, schrijver en onderzoeker.

Bonito visvangst Bosporus, 1936. Met dank aan Özhan Öztürk, schrijver en onderzoeker.

Een aanrader om te lezen?
Zegt het voort!

Schorpioenen in Turkije

Arabische dikstaartschorpioen

Schorpioenen in Turkije

Er was eens een schorpioen die een smal riviertje wilde oversteken. Maar omdat schorpioenen niet kunnen zwemmen, vroeg hij een kikker of die hem op zijn rug naar de overkant wilde brengen. De kikker was bang dat de schorpioen hem zou steken, maar de schorpioen zegt: ‘Als ik jou steek, zak jij naar de bodem, maar dan verdrink ik ook.’ Daar zit wat in, meende de kikker en hij gaat akkoord. De schorpioen klimt op zijn rug, maar als ze goed en wel in het water zijn, steekt de schorpioen ineens toch. Met zijn laatste adem vraagt de kikker verbijsterd: ‘Waarom… waarom heb je mij gestoken?’. De schorpioen spartelt wild met al zijn acht poten terwijl de kikker langzaam naar de bodem zinkt. Voor de schorpioen voor altijd kopje ondergaat, kan hij nog net zeggen: ‘Ik ben een schorpioen en dit is nou eenmaal mijn natuur’.

Deze sage over de kikker en de schorpioen wordt al eeuwenlang verteld in diverse culturen. Dat geeft wel aan hoe wijdverbreid de overtuiging is dat schorpioenen gevaarlijke steekbeesten zijn. Toch zal een schorpioen alleen steken als de prooi – die ze met hun sterke scharen vangen – zich erg verzet of als de schorpioen zich bedreigd voelt. Een schorpioen is zuinig op zijn gif omdat de aanmaak ervan tijd kost en je weet maar nooit wanneer het moment komt dat het gif hard nodig is om zich te verweren!

De schorpioen, een oude diersoort

De schorpioen is een van de oudste nog levende diersoorten op aarde, ze behoren tot de spinachtigen. Zo’n 340 miljoen jaar geleden ontwikkelde zich de eerste soort vanuit de zeeschorpioen tot een schorpioen die op het land leefde. Door de miljoenen jaar heen heeft de schorpioen zijn uiterlijke kenmerken goed weten te bewaren, al is hij – gelukkig! – wel wat in omvang afgenomen. Destijds liepen er exemplaren rond van wel een meter lang. Tegenwoordig kunnen de grootste soorten iets meer dan 20 cm worden. Er zijn op moment van schrijven – half mei 2018 – 2385 soorten bekend, inclusief uitgestorven soorten. Nog heel regelmatig worden er nieuwe soorten ontdekt, in de eerste maanden van dit jaar alleen al zijn er maar liefst 6 nieuwe aan de lijst toegevoegd.

Levenswijze van de schorpioen

Schorpioenen houden van warmte, ze komen voor in subtropische tot tropische streken. In Europa zijn ze langs de Middellandse Zee te vinden en ook zijn er schorpioenen in Turkije. Schorpioenen zijn vleeseters en kannibalistisch; ze verorberen zonder pardon een soortgenoot. Daarom leven ze solitair en na het paren maakt het mannetje zich doorgaans snel uit de voeten. Ondanks dat alle schorpioenen giftig zijn, hebben ze veel vijanden die op hen jagen. Ze vormen namelijk een voedzaam, eiwitrijk hapje. Overdag verstoppen ze zich in spelonken en kieren of onder stenen of ze begraven zich in het zand, waarbij ze meestal hun grijpgrage scharen bovengronds houden. Als het donker wordt, worden schorpioenen actief en gaan ze op jacht.

Gif

Alle schorpioenen zijn giftig. Ze hebben aan het uiteinde van hun staart – die meestal gekromd naar voren staat – een soort injectienaald waarmee ze in hun prooi of (vermeende) aanvaller kunnen prikken en een dosis gif inspuiten. Ze kunnen de hoeveelheid gif ook nog eens netjes doseren. De samenstelling van het gif is voor elke soort anders en de uitwerking van het gif dus ook. Veruit de meeste soorten zijn voor de mens onschadelijk, maar een steek is wel pijnlijk, voor de meeste soorten te vergelijken met een wespen- of bijensteek. Het gif werkt meestal op de prikkeloverdracht tussen zenuwcellen, bijvoorbeeld in het hart. Schorpioenen die gevaarlijk zijn voor de mens hebben óf een sterk soort gif óf de mogelijkheid een grote hoeveelheid in te spuiten. Voor een gezond mens is een steek na het toedienen van tegengif vrijwel nooit dodelijk, maar kleine kinderen, ouderen en mensen die om wat voor reden dan ook verzwakt zijn, lopen een risico.

Hoe weet je of een schorpioen gevaarlijk is?

Als je geen kenner bent, is het knap lastig om de verschillende soorten te herkennen en te weten of je met een gevaarlijk of ongevaarlijk exemplaar van doen hebt. Er zijn twee belangrijke vuistregels die je kunnen helpen, hoewel hier ook uitzonderingen op zijn:

  • Schorpioenen met grote scharen zijn vaak niet gevaarlijk. Hun scharen zijn krachtig genoeg om hun prooi te vangen en te doden, het gif is van minder belang. Er zijn genoeg soorten met dunne scharen die onschadelijk zijn, maar je kunt er maar beter rekening mee houden dat deze soorten wel eens het venijnigste gif bij zich kunnen dragen.
  • De soorten met een dikke staart kun je ook maar beter mijden. In een dikke staart past meer gif, dat is de reden dat ze gevaarlijk kunnen zijn.
Schorpioenen in Turkije

In Turkije komen zo’n dertig soorten schorpioenen voor. Twee daarvan kunnen voor de mens dodelijk zijn, drie andere zijn licht gevaarlijk, hun steken worden uit voorzorg meestal wel behandeld. De overige soorten zijn niet gevaarlijk. Op de kaart kun je zien waar de schorpioenen voorkomen. In sommige provincies komen meerdere soorten voor, die provincies zijn ingekleurd met de kleur van de gevaarlijkste soort. Onder de kaart volgt een overzicht van de belangrijkste soorten schorpioenen in Turkije, te beginnen met de meest gevaarlijk soort. De kleur van de naam correspondeert met de kleur op de kaart en geeft aan hoe gevaarlijk de soort is.

Kaart waar schorpioenen in Turkije voorkomen


Leiurus abdullahbayrami
Ook wel Gele Schorpioen genoemd (Turks: sarı akrep). Dit is de gevaarlijkste schorpioen die je in Turkije tegen kunt komen. Hij komt in het zuidoosten van Turkije voor, in de provincies Adıyaman, Gaziantep, Hatay, Kahramanmaraş, Kilis, Mardin en Osmaniye, Şanlıurfa.

Leiurus abdullahbayrami, de gevaarlijkste van de schorpioenen in Turkije
Arabische dikstaartschorpioen


Androctonus crassicauda
Ook wel Arabische dikstaartschorpioen genoemd. In Turkije wordt hij kara akrep, zwarte schorpioen genoemd, hoewel de kleur kan variëren van lichtbruin tot roodachtig en donkerbruin tot zwart. Het is de op een na gevaarlijkste soort schorpioenen in Turkije. Een volwassen exemplaar is ongeveer 10 cm groot. Ook deze soort kun je in het zuidoosten van Turkije tegenkomen in de provincies Adana, Batman, Diyarbakır, Elazığ, Malatya, Mersin en Şanlıurfa.


Hottentotta saulcyi 
Ook wel Mardin schorpioen genoemd (Turks: Mardin akrebi). Deze soort komt in de provincies Batman, Hakkari, Mardin en Şırnak, wederom in het zuidoosten van Turkije. Een steek kan hoge koorts geven, vaak gepaard gaande met overgeven.

Hottentotta saulcyi
Mesobuthus gibbosus

Mesobuthus gibbosus 
Ook wel Anatolische gele schorpioen genoemd (Anadolu sarı akrebi). Deze soort komt voor in het zuidwesten van Turkije en Anatolië. Het diertje wordt ongeveer 5,5 cm lang. Een steek van deze schorpioen geeft dezelfde klachten als de steek van de Hottentotta saulcyi.



Mesobuthus eupeus
Ook wel gevlekte schorpioen genoemd (de Turkse naam is: doğu sarı akrebi). De soort komt algemeen voor in het oostelijke deel van Turkije. Ook het gif van deze schorpioen veroorzaakt dezelfde klachten als die van de beide andere licht gevaarlijke schorpioenen.

Mesobuthus eupeus
Langstaartschorpioen


Compsobuthus matthiesseni
Ook wel langstaartschorpioen genoemd (uzun kuyruklu akrep). Hij komt voor in het zuidoosten van Turkije in de provincies Adıyaman, Diyarbakır en Kilis.


Scorpio maurus 
Ook wel Israëlische goudschorpioen genoemd (in Turkije: kalın kıskaçlı akrep). De scorpio maurus komt in het zuidoosten van Turkije voor in de provincies Adana, Diyarbakır, Elâzığ, Hatay en Iğdır.

Scorpio maurus
Iurus dufoureius


Iurus dufoureius asiaticus
Deze soort wordt enkel in Turkije gevonden, hij huist het liefst in een vochtige omgeving in de provincies Adana, Adıyaman, Kahramanmaraş, Mersin en Niğde.


Iurus kadleci
Deze soort is in 2010 ontdekt en komt alleen voor in de provincies Antalya en Mersin. Hij houdt zich graag op in grotten en andere vochtige donkere plekken.

Lurus kadleci
Iurus kinzelbachi


Iurus kinzelbachi
De Iurus kinzelbachi komt voor in de provincies Izmir en Aydın.


Iurus kraepelini 
Deze soort komt algemeen voor in de provincies langs de Middellandse Zee en in Burdur, Isparta en Konya. Op het plaatje zie je hoe moeder haar jongen op de rug draagt.

Iurus kraepelini met jongen op de rug
Calchas nordmanni


Calchas nordmanni
In het Turks Artvin akrebi genoemd. Hij komt in het noordoosten van Turkije voor in de provincies Artvin en Erzurum.


Euscorpius idaeus
Een soort die in 2017 voor het eerst is beschreven. Hij is gesignaleerd in het noordwesten van Turkije in de provincies Balıkesir en Çanakkale. 

Euscorpius idaeus

De Euscorpiidae - waar voornoemde Euscorpius idaeus toe behoort - vormen een groep schorpioenen in Turkije waarvan steeds vaker nieuwe soorten ontdekt worden. Op dit moment bedraagt het aantal 15. We noemen er drie. De Euscorpius alanyaensis is een soort die in Alanya en omgeving voorkomt, de Euscorpius sultanensis komt in het Sultangebergte in het zuidwesten van Turkije voor en de Euscorpius eskisehirensis vindt men – zoals de naam al doet vermoeden – in de provincie Eskişehir. Het feit dat deze schorpioenen nu pas ontdekt worden, zegt al iets over het voorkomen van deze soorten. Je zult deze soorten niet zo snel tegenkomen.

Voorkomen is beter dan genezen

De statistieken laten zien dat de meeste slachtoffers in hun voeten of onderbenen en in hun handen of armen worden gestoken. Een schorpioen die zich in schoeisel heeft verstopt of in een slaapzak heeft snel een voet of been te pakken. En eentje in een rugzak of donker kastje ziet een graaiende hand meteen als bedreigend. Daarom, als je in een gebied bent waar schorpioenen voorkomen:

  • Inspecteer je kleding en schoeisel voor je ze aantrekt.
  • Grabbel nooit zomaar in je rugzak of koffer.
  • Cont​roleer je slaapplaats voor je erin kruipt.
  • Draag handschoenen als je hout of stenen gaat verplaatsen.

Op deze video is te zien hoe twee schorpioenen van de soort Mesobuthus gibbosus - een van de licht gevaarlijke soorten schorpioenen in Turkije - samen een prooi oppeuzelen. Af en toe breekt er een klein gevecht uit tussen de beide dieren. 




Een aanrader om te lezen?
Zegt het voort!

De Kangal, de ‘nationale hond’ van Turkije

De Kangal

Turkije kent verschillende hondenrassen waaronder de Tazı, de Turkse Mastiff, de Kars, de Kangal en de Akbaş. Over de laatste drie bestaat internationaal veel verwarring: zijn het afzonderlijke rassen of zijn het allen Anatolische herders?

Akbaş

Akbaş

Tazı

Tazı

Aksaray Malaklı

Aksaray Malaklı of Turkse Mastiff

Rassen classificeren

Er zijn twee manieren om een hondenras te bepalen. Je kunt uitgaan van de natuurlijk ontstane rassen óf van de gecultiveerde rassen. In het eerste geval wordt er gekeken naar het geheel van kenmerken die de hond in staat stellen om optimaal onder de leefomstandigheden van een bepaalde streek te kunnen functioneren. Die kenmerken zijn door natuurlijke selectie en soms mede door sturing van de mens én door de geografisch geïsoleerde ligging tot stand gekomen. Kleur en vachttype spelen een ondergeschikte rol bij het vaststellen van een natuurlijk ontstaan hondenras. 

De gecultiveerde rassen zijn ooit allen ontstaan uit de natuurlijke rassen maar door afspraken te maken over uiterlijk en karakter – het vaststellen van een ‘standaard’ – zijn fokkers honden gaan selecteren die voldoen aan deze standaard. Bij de gecultiveerde rassen spelen kleur en vachttype dus wél een belangrijke rol.

De FCI

De Fédération Cynologique Internationale (FCI) is een wereldwijd overkoepelend orgaan op het gebied van rashonden (kynologie).

Nederland en België zijn aangesloten bij de FCI, maar bijvoorbeeld Amerika, Engeland en Turkije zijn dat niet. Dit heeft gevolgen voor de classificatie van de hondenrassen waardoor er verwarring kan ontstaan.

De FCI heeft de Anadolu Çoban Köpeği (Turks voor Anatolische herdershond) als natuurlijk ras erkend en laat veel ruimte ten aanzien van kleur en beharing. Hierdoor worden zowel de Kangal, de Kars en de Akbaş tot de Anadolu Çoban Köpeği gerekend. In Nederland gebruikt de Raad van Beheer - een overkoepelend orgaan voor diverse verenigingen die te maken hebben met hondenrassen - de naam Anatolische Herder voor de Anadolu Çoban Köpeği. De Belgische tegenhanger in dezen is de Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus - of kortweg KMSH - en zij gebruikt de Turkse naam Coban Köpegi of het Engelse Anatolian Shepherd

De Turkse visie

Turkije ziet de Kangal als een apart ras dat gecultiveerd is vanuit de Anadolu Çoban Köpeği, en dus als een hond met een eigen standaard. Ook de Akbaş en de Karshond worden als afzonderlijke rassen gezien. Turkije is trots op zijn 'nationale hond' de Kangal, en doet er daarom alles aan de raszuiverheid te bewaken en te bevorderen.

Turkse postzegel met Kangal

Zo heeft Turkije een speciaal fokprogramma opgesteld om de Kangal - maar ook de Akbaş en de Tazı - zuiver te blijven fokken en op die manier voor de toekomst te behouden. Een andere maatregel is dat Kangals niet naar het buitenland mogen worden meegenomen. 

De Kangal

Er valt niet veel met zekerheid over de herkomst van de Kangal te zeggen. Volgens sommigen zou hij afstammen van de Mesopotamische Molosser (een doghond) terwijl anderen menen dat de lichaamsbouw van de Kangal ouder aandoet dan die van de Molosser. Weer anderen zeggen dat de Kangal afstamt van de oude Indiase honden. Eén ding is zeker: de huidige Kangal is een berghond die uit het district Kangal in de provincie Sivaş komt.

Karakter

Als bewaker van de kudde is het een zeer zelfstandig werkende hond die onder extreme omstandigheden kan leven. Hij is niet agressief van aard, maar vecht als het nodig is. De Kangal wordt gezien als de enige hond die het gevecht met een wolf aankan. Hij zal uit zichzelf niet aanvallen, maar slechts door zijn aanwezigheid en zelfbewuste gedrag zal hij mogelijke indringers of aanvallers afschrikken. Is dit toch niet het geval, dan komt de Kangal in actie en gaat het gevecht aan. Het is een hond die zijn kudde (en daarom ook het gezin waartoe hij behoort) goed bewaakt en wantrouwend is naar vreemden.

Uiterlijke kenmerken

De Kangal is een grote hond. Reuen hebben een schofthoogte van 74-81 cm bij een gewicht van 50 tot 65 kg. Voor teven is dat 71-79 cm bij 40 tot 55 kg. De Kangal is lichtbeige van kleur en heeft een zwart ‘masker’.

Typerend voor de Kangal is de dubbele vacht: hij heeft een dikke, isolerende ondervacht die hem bestand maakt tegen zowel de hete zomers als de zeer koude winters. De bovenvacht is water- en sneeuwafstotend. Bovendien maakt deze dubbele vacht hem beter bestand tegen beten van wolven of beren. Om de nek nog beter te beschermen, draagt de Kangal veelal een halsband met naar buiten gerichte punten.

Imago van de Kangal

Dat de Kangal een moedige en zelfbewuste hond is, heeft er jammer genoeg ook toe geleid dat ze vaak gekruist zijn met vechthonden. Ook zijn er helaas eigenaren die hun hond als vechthond opvoeden. Dit geeft een vertekend beeld van de Kangal en doet geen recht aan de oorspronkelijke eigenschappen van deze hond.

Kangal met twee pups
Ah... wat zijn ze lief, hè?

Ben je als een blok voor de Kangal gevallen? Neem hem dan vooral niet in huis! Een Kangal heeft ruimte nodig en veel beweging. Bovendien heeft hij graag een taak. Krijgt hij die niet toegewezen, dan eigent hij zich er zelf een toe en dat strookt niet altijd met de wensen van de eigenaar. Ook heeft hij een zeer consequente opvoeding nodig. De Kangal neemt graag zelf initiatief, dat hoort bij het dier als bewaker van de kudde.

Wil je toch echt een Kangal? Kijk eens op Marktplaats, daar wordt hij regelmatig aangeboden door eigenaren die zich op de zorg voor het dier verkeken hebben. Toch liever een pup? In Nederland en België zijn geen officiële fokkers. Dat maakt het lastig om aan een goede, gezonde pup te komen. In de Facebookgroepen Anatolische Herder/Kangal en Kangal Nederland kun je veel informatie vinden én vragen stellen over deze bijzondere hond. Wie weet, kan iemand je verder helpen!

Cheetah Conservation Fund

De leefomstandigheden in Namibië hebben veel overeenkomst met die in Centraal Anatolië. Dit maakt dat de Kangal uitstekend geschikt is om in Namibië – waar de cheeta een bedreiging vormt voor de kuddes – als bewaker in te zetten. Veel herders beschermden hun kuddes door de cheeta af te schieten, waardoor het aantal cheeta’s sterk afnam. De aanwezigheid van een Kangal schrikt de cheeta af, meer dan een boer met zijn geweer. Het inzetten van Kangals is daarom goed voor de cheeta-stand én voor de kuddes. 

Het is uitermate belangrijk dat er raszuivere Kangals worden ingezet. Zij zijn het meest geschikt voor hun taak. Bovendien zijn het zeer gezonde en sterke honden. Het harde leven in de bergen van Anatolië en het gebrek aan medische zorg heeft voor een natuurlijke selectie gezorgd; alleen de sterksten konden overleven.

Kangal met geiten in Namibië

Het project van CCF startte in 1994 met niet-raszuivere Kangals, bij gebrek aan beter. Inmiddels worden er ook raszuivere Kangals ingezet. Het project is zo succesvol dat er sinds 1994 al 600 honden voor Namibische boeren werken en dat ook in Kenia Kangals zijn ingezet. Waar voorheen gemiddeld 19 cheeta’s per jaar werden gedood door de boeren, is dat nu nog maar 2 of 3 per jaar en in deze gevallen is er vrijwel altijd sprake van buitengewoon aanvallend gedrag van de cheeta en niet – zoals voorheen het geval was – het domweg te dicht in de buurt komen van de boerderijen en kuddes. Bovendien is het aantal verliezen van dieren binnen de kuddes met 80 tot 100% afgenomen.

Een prachtig project met fantastische resultaten!

>