Wees goed voor de christenen, neem niets dat hen toebehoort en behandel de gemeenschap goed
- Süleyman Kutalmışoğlu
Süleyman Kutalmışoğlu
Süleyman Kutalmışoğlu werd in 1045 in Khorasan (Centraal-Azië) geboren. Hij was een van de vier zonen van Kutalmış, die de strijd om de troon aan was gegaan met zijn neef Alp Arslan van het Grote Seltsjoekenrijk. Kutalmış moest deze strijd in 1064 met de dood bekopen en zijn vier zonen werden uit Perzië (het huidige Iran) naar Syrië verdreven. Daar werden zij echter met de dood bedreigd en zij vluchtten daarop naar Anatolië.
De verovering van Anatolië
Süleyman en zijn broers zagen mogelijkheden om land te veroveren door te strijden tegen de verzwakte Byzantijnen in Anatolië. Ze kregen daarbij hulp van andere Turkse stammen die uit Centraal-Azië naar het westen trokken. Alp Arslan was bang voor de machtsuitbreiding van de vier broers. Zij vormden een bedreiging voor het Grote Seltsjoekenrijk. Bij de gevechten tussen Alp Arslan en de broers vonden drie broers de dood, maar Süleyman overleefde.

Na de dood van Alp Arslan in 1072 werd Malik Shah I sultan van het Grote Seltsjoekenrijk. Malik Shah pakte de situatie anders aan dan zijn voorganger. Hij ondersteunde de verovering van Anatolië door Süleyman Kutalmışoğlu en zorgde er zo voor dat zijn eigen rijk geen gevaar liep.
Süleyman Kutalmış en de Byzantijnen
In 1078 vroeg de Byzantijnse keizer Michaël VII Doukas hulp aan Süleyman in het conflict met Nikephoros Botaneiates, een commandant van een door Byzantijnse militaire geleid district in Centraal-Anatolië. Michaël was een zwakkeling en grote delen van het Byzantijnse Rijk kwamen tegen hem in opstand, onder wie Nikephoros Botaneiates. Süleyman hield het leger van Nikephoros tegen bij Nicea (het tegenwoordige Iznik), maar Nikephoros haalde Süleyman over zich aan zijn zijde te voegen. Michaël werd afgezet en Nikephoros Botaneiates riep zichzelf uit tot keizer. Om de vernedering compleet te maken, trouwde hij met de vrouw van Michaël, terwijl deze nog leefde. Als dank mocht Süleyman een nederzetting ten oosten van Constantinopel oprichten, Nicomedia (het huidige Izmit).

Twee jaar later was het een andere Nikephoros die de hulp van Süleyman Kutalmışoğlu vroeg. Deze Nikephoros Melissenus was een generaal die Michaël VII Doukas trouw was gebleven en door de andere Nikephoros was verbannen. Met de hulp van onder andere Süleyman lukte het hem om Nikephoros Botaneiates te verslaan, waarna hij zichzelf tot de nieuwe keizer benoemde.
Deze keer mocht Süleyman als bedankje het belangrijke Nicea hebben.
Het Sultanaat van Rûm
Met Nicea als basis veroverde Süleyman in hoog tempo nog enkele delen van Anatolië om er een aaneengesloten gebied van te maken. In 1081 riep hij zichzelf uit tot Sultan van Rûm en maakte Nicea tot hoofdstad.

In 1083 vertrok Süleyman naar het zuidoosten, waar hij in een tijdsbestek van twee jaar onder andere Adana, Tarsus en Antiochië (Antakya) veroverde. Süleyman vaardigde een decreet uit waarin hij sommeerde de christelijke gemeenschappen in Anatolië goed te behandelen. Evengoed werd echter de christelijke kerk van St. Cassianus omgetoverd tot moskee.
In het oosten werden nog meer delen van Anatolië veroverd door Turkse troepen die onder gezag van Süleyman Kutalmışoğlu stonden. Het was in die tijd dat men in Europa Anatolië als Turquie begon aan te duiden.
De dood van Süleyman Kutalmışoğlu
In 1986 trok Süleyman nog verder naar het zuidoosten, naar Halab (het huidige Aleppo) in Syrië. Tutuş I – koning van Syrië en broer van Malik Shah I – verdedigde de stad en doodde Süleyman Kutalmışoğlu in juni 1086.
Süleyman is begraven in het kasteel Qal`at Ja`bar in de buurt van Halab, Syrië.
Zijn vrouw Mania Hatun en hun drie kinderen – Izzeddin Kiliç Arslan, Malik Arslan en Kulan Arslan – werden in een kasteel van Antiochië gevangengezet en vervolgens als gijzelaars naar Isfahan in Perzië gebracht.
Zes jaar later – na de dood van Malik Shah I – kwam de toen dertienjarige Kiliç Arslan samen met zijn jongere broers vrij en volgde zijn vader als Sultan van Rûm op.

Monument van Süleyman Kutalmişoğlu in Tarsus
Qal`at Ja`bar
Het kasteel bij Aleppo herbergt wellicht nog een graf van een andere Süleyman. Süleyman Shah – de grootvader van Osman Gazi – is in 1227 in de Eufraat verdronken toen hij naar Anatolië trok. Zeker is dit niet en sommige bronnen menen zelfs dat ook Süleyman Kutalmışoğlu er niet begraven is.
Toch is het belang van het kasteel voor Turkije erkend. In 1921 werd in het Verdrag van Ankara het kasteel als Turkse exclave erkend. Na de aanleg van het Assad-stuwmeer in 1968 steeg het water zoveel, dat de tombe in 1973 naar een plek ten noorden van Qal`at Ja`bar werd verhuisd. Het kasteel werd toen weer Syrisch.
