Orchideeën in Turkije
Voor velen geldt de tulp als nationale bloem van Turkije. Hoewel de tulp een traditioneel motief is in de Ebrukunst, op Iznık keramiek en op tapijten, zijn tulpen helemaal niet zo algemeen in Turkije en is het aantal wilde soorten vrij beperkt.
Hoe anders is dat met de orchidee. Deze familie telt meer dan 150 soorten in Turkije, dat is ongeveer net zoveel als in heel Europa! Hiervan zijn er 19 endemisch, dat wil zeggen dat deze orchideeën alleen in Turkije voorkomen. Ook door de traditionele salepwinning geniet de orchidee grote populariteit, maar hij wordt daardoor tevens in haar voortbestaan bedreigd.
Wat een familie
De orchideeënfamilie is met meer dan 20.000 soorten de grootste plantenfamilie ter wereld. Qua groeiplaats zijn ze te onderscheiden in epiphytische en terrestrische soorten. Epiphytische orchideeën hebben luchtwortels en groeien op bomen. Terrestrische soorten groeien op de aarde en worden ook wel aardorchideeën genoemd, De epiphytische soorten komen uitsluitend in de tropen voor. De soorten in Europa en Turkije zijn alle aardorchideeën. Aardocrchideeën hebben ofwel wortels, ofwel knollen. Het overgrote deel heeft knollen, waarvan in Turkije en bijvoorbeeld op de Balkan salep gemaakt wordt.
Aardorchideeën worden vaak onopgemerkt voorbij gelopen, want veel soorten zijn klein van stuk en lijken in het geheel niet op de gekweekte tropische soorten die veel Nederlandse huiskamers sieren. De kleinste soort is hooguit 7-8 cm hoog, de allergrootste haalt zo’n 90 cm.
Orchideeën in Turkije
Je kunt orchideeën in Turkije in uiteenlopende habitats - leefomgevingen - aantreffen, bijvoorbeeld op de alpenweiden in het Kaçkargebergte, in de maquis begroeiing - groenblijvend struikgewas - in het Egeïsch gebied en in de naaldbossen van het Taurusgebergte. Veel orchideeënsoorten zijn kalkminnend.
Zelf heb ik het geluk in de provincie Muğla te wonen, veruit de rijkste orchideeënprovincie van Turkije. In deze regio komen ca. 70 soorten voor, waarvan ik er dit jaar maar liefst 50 gezien heb. De eerste soorten verschijnen al in januari, de laatste soort in oktober / november. Met name maart en april zijn in onze regio topmaanden.
Sommige soorten, zoals de IJle moerasorchis, vallen op door hun massaliteit en hun kleur al besef je als passant misschien niet direct dat het om een orchideeënsoort gaat. Ook de Anatolische orchis, die op wat drogere ondergrond gedijt, kan grote groepen vormen. Helaas wordt deze mooie, nu nog algemene soort massaal geplukt en op markten te koop aangeboden. Bij de wet is plukken helaas nog toegestaan, op uitgraven staan hoge boetes.
Van de bloemetjes en de bijtjes
In de plantenwereld wordt het voortbestaan van een soort voornamelijk bepaald door kruisbestuiving. Daarmee wordt bedoeld dat het stuifmeel van de ene plant op de stempel van een andere plant terecht komt. Daar heeft een plant uiteraard assistentie bij nodig, bijvoorbeeld van de wind of van insecten. Als er weinig planten van een bepaalde soort zijn, komt het wel voor dat het stuifmeel van de plant de eigen stempel bestuift. Dat wordt zelfbestuiving genoemd.
Een aantal orchideeënsoorten is niet voor één gat te vangen. Ze hebben een voorkeur voor kruisbestuiving door insecten, maar schromen niet om zo nodig zichzelf te bestuiven.
De bouw van orchideeën helpt om de kans op kruisbestuiving te vergroten. Orchideeën hebben twee gesteelde stuifmeelpakketjes (polliniën) met een plakkerig kleefschijfje op het eind. Deze hechten zich makkelijk aan de haren van een insect. Sommige orchideeënsoorten beschikken bovendien over een scharniersysteem in de lip, een soort springschans die het neer gestreken insect a.h.w. richting kleefschijfjes lanceert. Daarnaast gebruiken orchideeën allerlei lok- en bedrogtechnieken om hun doel te bereiken.
Doortrapte illusionisten
Zo is er een groep, waartoe o.a. de Spiegelophrys en de ook in Nederland nog voorkomende Bijenophrys behoren, die voor hun bestuiving gebruikmaken van slechts één bepaald insect. Dat maakt de kans op succes natuurlijk klein en daarom worden de mannetjes van de betreffende insectensoort wel op een heel bijzondere manier gelokt. De mannetjes zijn al seksueel behoeftig voordat zich paarlustige vrouwtjes aandienen. Daardoor laten ze zich maar al te makkelijk foppen door het uiterlijk (kleur, vorm en beharing) en de geur van de ophrys soort, die sterk doen denken aan het vrouwtjes insect. Veel van deze ophrys soorten hebben een blauw vlak op de lip, dat de mannetjes met glanzend blauw oplichtende vleugels associëren. De doldrieste mannetjes denken dat ze paren met een vrouwtje en tijdens de paringsdans hechten zich de stuifmeelklompjes op kop of achterlijf van het insect. Dit zou op het vervolg van zijn vrijerspad zo maar kunnen leiden tot een bevruchting, zij het niet van een vrouwtjesinsect maar van een ophrys … Hogeschool bedrog met een hoofdletter H!
Als het mimicrygedrag onverhoopt niet het gewenste effect sorteert, laat de ophrys de stuifmeelklompjes gewoon op de eigen stempel vallen. Tjakka!
De bloemen van soorten die dat vaak doen, zoals de Bijenophrys, vertonen minder variabiliteit. Waarom ze zo moeilijk doen? Wel daarop moet ik het antwoord schuldig blijven, maar feit is dat ik altijd geniet als ik zie hoe deze bijzondere illusionisten het steeds weer flikken!
Eerlijke ruil en valse beloften
De seksuele aantrekkingskracht van de ophryssen is waarschijnlijk de doortraptste manier waarop orchideeën kruisbestuiving afdwingen, maar er zitten nog andere verleidingstrucs in de hoge hoed.
Zo zijn er nectarorchideeën met een extreem lang spoor, een uitsteeksel waarin meestal nectar zit. Dat zijn niet altijd opvallend mooie soorten, maar ze verspreiden wel een prettige geur om nachtvlinders te lokken. In ruil voor bestuiving bieden ze aan pijlstaartvlinders een voedselbeloning. Dienst om wederdienst, dus. Eén van deze soorten, de Pyramideorchis, heeft twee opstaande randjes bij de ingang van het spoor om de tong van de nachtvlinder meteen in de goede richting te geleiden.
Daarnaast zijn er con-artiesten die alleen maar doen alsof ze iets lekkers in de aanbieding hebben. Hun bloemen lijken op die van echte nectarplanten en hebben vaak een opvallend honingmerk dat convergeert naar het punt waar de stuifmeelklompjes opgeborgen zitten. Het doel wordt bereikt, maar de nectarbeloning voor de bestuiver blijft helaas uit!
Pensiongasten
Tot slot hebben we nog de groep van de tongorchissen. Deze biedt een schuil- en slaapplaats aan solitaire mannetjesbijen aan. Een eerlijke ruil, de pensiongast betaalt bij vertrek!
De spin op de foto hiernaast is geen bestuiver, maar zal wel bijdragen aan de suggestie van een mooie schuil- of slaapplaats.
Salep en andere bedreigingen
Van oudsher worden de jonge wortelknollen van een aantal soorten gewonnen voor salep, een sterk bindend poeder dat gebruikt wordt voor de populaire winterdrank salep, in bepaalde toetjes en voor het traditionele, taaie Maraş ijs. Natuurlijke salep bevat naast zetmeel, ook suikers en gluten. Naar verluidt dragen deze niet veel bij aan de smaak van de salepdrank, toetjes of ijs, maar zorgen ze wel voor de zo karakteristieke dikke en plakkerige consistentie ervan.
De circa 40 orchideeënsoorten die gebruikt worden voor salepwinning, vormen jaarlijks één nieuwe bij-knol. De oude knol oogt verrimpeld, de nieuwe vlezig en stevig. Alleen die is geschikt voor de kostbare salep. De plant wordt in de bloeiperiode uitgegraven, de bij-knol verwijderd en - mits de oogst legaal op een orchideeënfarm gebeurt - daarna weer terug geplant. Zo kan hij het volgende jaar een nieuwe bij-knol ontwikkelen. De wortelknollen worden na het oogsten gewassen en daarna - streekafhankelijk - gekookt in water, ayran of volle melk. Daarna worden ze opnieuw afgespoeld en aan de zon gedroogd. Daartoe worden ze over de vloer uitgespreid of tot snoeren aanéén geregen en op een zonnige plaats te drogen gehangen. Op de juiste wijze gedroogd, zijn de knolletjes keihard en kunnen ze jarenlang bewaard blijven zonder aan kwaliteit te verliezen. Voor consumptie/kleinhandel verkoop worden de wortelknollen tot poeder vermalen.
Hoewel er tegenwoordig speciaal voor salepwinning staat-gereguleerde orchideeënfarms bestaan, worden er nog steeds veel orchideeën illegaal uitgegraven voor eigen consumptie en verkoop. Salep is met een kiloprijs van €55 - €150 namelijk een kostbaar goedje. Bij illegale winning neemt men het ook anderszins vaak niet zo nauw. Helaas wordt na het oogsten van de bij-knol doorgaans de hele plant achteloos weg gegooid. Vanwege de hoge boetes, willen stropers de pakkans namelijk zo klein mogelijk houden. Deze “grab & run” mentaliteit betekent uiteraard dat de betreffende planten blijvend verloren gaan.
Er bestaan weliswaar synthetische alternatieven voor de natuurlijke salep, zoals zetmeel dat uit granen gewonnen wordt en cellulosegom, maar toch blijft de vraag naar echte salep hoog. De jaaroogst in Turkije wordt geschat op 30 ton. Tijdens het drogen krimpen de knolletjes in en verliezen ze ongeveer 75 procent van hun gewicht. Voor 1 kg salep moeten er dus ruim 7 kg knolletjes verzameld worden. Dat zijn (afhankelijk van de orchideeënsoort) 1000 – 4000 wortelknollen voor 1 kilo salep. 30 ton komt dus overeen met 30 tot 120 miljoen uitgegraven planten op jaarbasis. Tel uit je verlies …
Natuurlijk is salepstroperij niet de enige reden van de onrustbarende terugloop van de Turkse orchideeënstand. De versnippering van habitats door landbouw, ontbossing en bebouwing, overbegrazing, bemesting en het toenemend gebruik van pesticiden vormen alle een ernstige bedreiging voor het voortbestaan van deze bijzondere maar ook kwetsbare plantenfamilie.
Maria Jonker
Voor onze emigratie naar Turkije in 2009 was ik werkzaam als docente Engels en leerstofontwikkelaar. Turkije was al lang ons favoriete vakantieland vanwege de rijke cultuur en natuur en de warme gastvrijheid van de Turkse bevolking. In Turkije ben ik actief als schrijfster en combineer dat, als voorheen, met fotograferen en filmen. Met onze vrijwilligersgroep DALYANLI Riverbums draag ik mijn steentje bij aan het behoud van natuur en milieu in Nationaal Landschap Köyceğiz-Dalyan.
Super dit magazine heel blij dit te hebben ondekt
Doe zo verder
En wij zijn ook blij dat je dit magazine hebt ontdekt. Zegt het voort! 😀